Patrick Wessels 02 januari 2011

Taal in 2011

De beste wensen inmiddels allemaal uitgedeeld? Laten we dan gaan beginnen aan het nieuwe jaar. Hoe staat het eigenlijk met onze taal? Aangezien welbespraaktheid veelal wordt geassocieerd met welvaart en dit ongetwijfeld ook een duidelijke correlatie op zal leveren wanneer we dit door de heren van de statistiek laten onderzoeken lijkt het me interessant om eens te kijken waar we in het twaalfde jaar van dit millennium zijn aanbeland.
Net voordat we het nieuwe jaar indoken kozen we natuurlijk nog het woord van het jaar: gedoogkabinet. Saai, uitgedroogd en burgerlijk; dat is zo’n beetje de richting die me bij het lezen van die woorden te binnen schiet. Waar we het hadden over kamikazekabinet (winnaar in de categorie ‘politiek’), knoflookcrisis, balkonduiker en daggeren moest uitgerekend dit woord de meeste stemmen krijgen en zich daarmee een plaatsje in de Van Dale verwerven. Natuurlijk is de huidige regering op een opzienbarende wijze in elkaar gezet, maar om hier nu direct het woord van het jaar van te maken, dat maakt het wel erg stoffig.
Wanneer we bijvoorbeeld kijken naar Engeland, dan zien we een heel andere trend. We weten allemaal dat China in opkomst is wanneer we onze economische bril opzetten. Trek geheel willekeurig wat attributen uit een kast en de kans is groot dat ‘made in China’ al gauw ten tonele zal verschijnen. Het is om die reden wat vreemd te noemen dat we met de taal van dat land eigenlijk zo weinig hebben. Toegegeven, er zijn wat linguïstische vaardigheden voor nodig om de taal te begrijpen en te spreken, maar aan de andere kant zouden we ons best wat meer in mogen leven in de Chinese cultuur en daarbij ook de taal. In Engeland staan er inmiddels meer dan 1.000 Chinese woorden in het woordenboek. De meesten daarvan zijn in Nederland weinig bekend, al hebben we wel enkele woorden overgenomen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan kung fu, feng shui en natuurlijk het aloude yin yang. Ondanks deze woorden uit de traditionele cultuur wagen we ons voorlopig nog maar weinig aan de economische termen, die ons misschien wel een stuk verder kunnen brengen. Guanxi heeft zich in de bedrijfswereld aardig weten te profileren, maar verder valt het behoorlijk tegen.
In Nederland richt de taaltrend zich meer op binnenlandse zaken. Zo hebben we allemaal wel gehoord van de verruwing van de taal, met name binnen de politiek. We gebruiken steeds hardere woorden en vooral de boze en nare woorden voeren de boventoon. Veel mensen hebben hier hun ongenoegen reeds over geuit, maar aan de hand van Agneta Fischer zou ik toch ook eens een ander geluid willen laten horen. Zij beschrijft op een uiterst interessante wijze de relatie tussen de ontwikkeling van de beschaving en de grootte van de boosheidswoordenschat. Deze woordenschat is in Nederland zeer uitgebreid te noemen, wat daarmee wijst op een uiterst beschaafde samenleving. Zelf vat ze het fantastisch samen in de volgende paar zinnen: “De enorme boosheidswoordenschat is daarbij zeer behulpzaam. Het zijn woorden die ons helpen onze boosheid op een niet-agressieve manier te tonen, maar ook om ons vervolgens te excuseren. In onze cultuur, waarin de meesten van ons niet direct een pistool pakken of op de vuist gaan als ze boos zijn, zijn woorden nodig. Hoe meer boosheidswoorden, hoe beschaafder de cultuur.” Briljant.
Laten we ons daarom niet al teveel bezighouden met deze verruwing van de taal. Het wordt pas vervelend wanneer we weer met elkaar op de vuist gaan, omdat we de woorden niet kunnen vinden. Het zou veel beter zijn om voorruit te kijken en nieuwe kansen te gaan benutten. Laten we invloeden vanuit het Chinees, maar ook vanuit het Engels en andere belangrijke talen met open armen ontvangen en ons voordeel er mee doen. Deze talen bieden mogelijkheden op het gebied van overtuigingskracht, amusement en natuurlijk de informatieve duiding. Een brede en tolerante taaloriëntatie, dat is waar we verder mee komen in 2011. Laten we daar voor staan. Dat gezegd hebbende, breng ik graag mijn laatste beste wensen voor dit jaar over aan u. Opdat het maar een assertief en vruchtbaar jaar mag worden.